Ver voor de afgesproken tijd had zich een grote menigte verzameld voor het Lauwersnest, het educatieve centrum van Staatsbosbeheer, op Lauwersoog. De interesse en waarschijnlijk ook de verwachting waren groot. Tien voor half elf kwam Boswachter Jaap Kloosterhuis aan gehuppeld in zijn groene op kolen gestookte elektrische auto. (Grapje van Jaap zelf)
De ontstaansgeschiedenis van het Lauwersmeer
Spontaan melden enkele VVA’ers zich aan voor de catering. Koffie en thee waren dankzij hen snel geregeld. Ondertussen ging Jaap in gevecht met de beamer, leuke plaatjes, maar niks waarnaar hij opzoek was. Gelukkig was zijn hulp even in de keuken nodig, en greep Pauline haar kans en bracht het juiste beeld tevoorschijn. Jaap, met zweet op zijn voorhoofd, kon beginnen. Het werd een interessant verhaal over de ontstaansgeschiedenis van het Lauwersmeer, de verschillende redenen, opties en hoelang het nog duurde. Na de watersnoodramp van 1953 vond de regering en de provincies Groningen en Friesland dat er ook even gekeken moest worden naar de situatie rond het Lauwersmeer. Inpoldering of geen inpoldering, afsluiting, dijken ophogen alle scenario’s kwamen voorbij. Plannen maken is niet zo moeilijk, geld zoeken is meestal een langere weg. Daardoor bleven de plannen een hele tijd in de ijskast staan.
Uiteindelijk kwam defensie als redder in de nood. Zij waren opzoek naar een nieuw oefenterrein, en wilden wel geld beschikbaar stellen. Er werd gekozen voor het afsluiten van de Lauwerszee, als eigenaar zou een groot deel van het nieuwe gebied beschikbaar komen voor defensie. In 1962 werd begonnen met de werkzaamheden. Op 23 mei 1969 werden de laatste twee caissons onder toeziend oog van Hare Majesteit Koningin Juliana op hun plaats gevaren.
Een feit
Het Lauwersmeer was een feit. Door de aanvoer van zoetwater uit Friesland en Drenthe/Groningen werd het gebied snel ongeschikt voor de zoutminnende vegetatie. Alles ging dood en er ontstond een kale stinkende vlakte. Zandstormen node tot actie. Er werd op de drooggevallen platen helmgras ingepoot, en op plekken werd een experiment begonnen met blokken van boomsoorten, omdat men geen idee had wat er op deze nieuwe gronden wilde groeien. Eiken, Wilgen, Elzen, Populieren, Berken, Esdoorns, Veldiepen, Sparren en Dennen. Alleen Wilgen en wonderbaarlijk Sparren leken bestand tegen dit milieu. Omdat het terrein voor defensie veel te nat was (panservoertuigen bleven vastzitten in de klei) moest het hele terrein gedraineerd worden. Het uiteindelijke oefenterrein moest ontwaterd worden middels een gemaal. Door de enorme aanvoer van zoet water en de drainage begonnen zich al snel spontaan pioniers te ontwikkelen. Eerst grassen en kruidachtigen, riet, daarna houtachtige als Kruipwilg, Geoorde Wilg, Duindoorn, Vlier.
Dagjesrecreanten
Het gebied werd ontdekt door dagjesrecreanten. Tijd om een heel gebied te gaan intekenen en alles een vaste plek te geven. Defensie, natuur, recreatie, wonen en vervoer. Het Lauwersmeergebied ontwikkelde zich.
Voor een groot deel heeft de natuur zich in dit gebied spontaan ontwikkeld. Jammer dat er geen tijd meer was om dit buiten tijdens een wandeling te kunnen zien. In het gebied kunnen we vijf verschillende natuurdoeltypes herkennen, waarvan drie een natte natuur zijn, diep, ondiep en plasdras, waarvan de laatste twee belangrijk zijn voor zeldzame soorten als Roerdomp, Blauwbaardje, IJsvogeltje, Rietzangers, Rietgorzen, Karekieten, of belangrijk als foerageergebied voor Lepelaars, Zilverreigers en de Wilde Zwanen. In het kruidengebied vind je vele soorten orchideeën: Rietorchis, Moerasorchis, Gevlekte Orchis en Parnassia. Vogels als de velduil, Veldleeuwerik, Kievit, Grutto, Wulp komen hiervoor. Ook het bos begint zich verder te ontwikkelen. Door stormen zijn er soorten die het niet goed deden verdwenen, maar zijn er ook soorten bij gekomen. Dat zijn dan vooral Wilgen. Ook vogelsoorten voor deze habitat vonden het Lauwersmeer, Roofvogels, Havik, Sperwer, Kiekendieven, Buizerd en als grootste attractie de Zeearend.
Een interessante dag
Iedereen was het er over eens, een ochtendje Jaap Kloosterman is velenmalen vermakelijker dan een avondje Youp van ‘t Hek. Hier staken we veel van op. Het is gezegd, er was zoveel moois te vertellen dat er geen tijd meer was om buiten het bewijs te laten zien. Er moest ook nog even gegeten worden. Zoals gebruikelijk weer een fantastische lunch, ditmaal in het Suyderoogh. We zaten nog maar net of de boot kwam al aangemeerd. Nadat iedereen gegeten had gingen we naar de boot die recht tegenover het restaurant lag. De schipper voer ons langs de verschillende platen. Goed te zien waren de verschillen in ontwikkeling waar runderen graasden en waar de successie zijn gang kan gaan. Plekken waar koloniebroeders als Reigers en Aalscholvers zorgen dat de successie weer teruggebracht wordt door hun uitwerpselen. Plekken waar maatregelen genomen moesten worden om de afkalvering van de platen tegen te gaan. Verschillende soorten eenden en zwanen die aan het foerageren waren, en als klap op de vuurpijl, de Zeearend, uitkijkend over het water, een soortgenoot hoog in de lucht op zoek naar een onoplettende (domme) gans. Onder het genot van een kopje thee/koffie konden we ook nog even bijpraten met daarbij een heerlijk stukje gebak. Al met al weer een super informatieve dag, veel gezien het weer zat weer mee, en toen de boot aanmeerde was ook het meer weer tot rust gekomen. Bij afvaart stonden er nog aardige golfjes, bij aankomst was het meer spiegelglad, zichtbaar tevreden, net als de VVA’ers. Het was weer mooi geweest.

